Wat is paramotoeur vliegen?
Paramoteur vliegen heet zo omdat het voor het eerst werd gedaan in Frankrijk, vandaar moteur (Frans voor motor). In Nederland noemen wij het paramotorvliegen, snorvliegen of rugzakvliegen.
De motor is deel één van het vliegen. Daarnaast heb je ook nog vleugels nodig om de lucht in te gaan. Voor 
paramoteurvliegen gebruik je een parapentscherm, (glider) bergvliegeres gebruiken dit scherm ook als ze van een berg af vliegen. De tijd heeft echter niet stil gestaan en de schermen die wij gebruiken om te met de paramoteur te vliegen zijn tegenwoordig iets anders dan die van bergvliegers.
Voor het opstijgen in Nederland met een paramoteur heb je een TUG veld nodig, dit moet je aan vragen bij de provincie. Als het veld voldoet aan de eisen mogen er 20 vliegbewegingen per jaar gemaakt worden.
In het buitenland liggen per land de regels anders, check dus altijd de regels als je in het buitenland gaat vliegen.
Om in Nederland je brevet te halen moet je lessen nemen bij een vliegschool. Wij doen voornamelijk zaken met vliegschool Eric Wierenga en Paramotorclub Holland.
Je brevet halen.
Wil je in Nederland je brevet halen dan moet je lessen gaan nemen, theorie en praktijk.
Het Theorie examen bestaat uit 5 delen
– meteorologie
– regel en wetgeving
– navigatie
– materiaal (motor, glider, hoogtemeter)
– vliegpraktijk
Je kunt op je eigen houtje gaan leren voor je theorie examen maar een paar lessen volgen kan nooit kwaad.
Theorie les bestaat uit 5 avonden, elke avond zal er een ander hoofdstuk worden behandeld. Na deze lessen volgd er een examen waar je meteen hoort of je geslaagd bent.
Praktijk. (trike en voet start)
Je leert als eerste in de praktijk hoe je de glider boven je moet houden en hoe je die onder controle moet houden. Hoe je hem optrekt en hem neer legt.
Heb je dit onder de knie dan kan je gaan vliegen. Je staat constant in contact met de instructeur die je verteld wat je moet doen en wanneer je dit moet doen. Zit je uiteindelijk in de lucht dan kan je gaan genieten van het vliegen. Ee
rst
blijf je in de buurt van het veld en naar mate je beter gaat vliegen laat de instructeur je verder vliegen.
Voor het behalen van je brevet moet je 20 uur hebben gevlogen en de volgend opdrachten kunnen uitvoeren.
– Een goede start onder de knie hebben
– vliegen met minimale en maximale snelheid.
– bochten van 90° en 180° linksom en rechtsom
– circuit vliegen
– een goed uitgevoerde landing
– het vrijmaken van het landingsterrein
– een goede 8 vliegen binnen 20 seconden
– twee goede bochten vliegen van 360° binnen 20 seconden
– drie doellandingen in een straal van 15 meter uit vier
– een zijwindstart onder een hoek van minimaal 45°
– het uitvoeren van een vooraf opgesteld vluchtplan
– sturen en landen met de achterste risers
– vliegen met oren
– een achterwaartse start maken
Als je dit allemaal naar behoren uitvoert zal je instructeur je de hand schudden en heb je het gehaald.
Je kan de opleiding doen met materiaal van de vliegschool maar je kan natuurlijk ook beginnen met je eigen materiaal (mits dit is goed gekeurd voor Nederland)
Door het vliegen met eigen materiaal raak je vertrouwd met je eigen spullen en dat is natuurlijk nooit verkeerd.
Heb je nog vragen over het halen van je brevet kan je altijd bellen of een mail sturen.